In de zeventiende eeuw, ook wel de Gouden Eeuw genoemd, kunnen we ook een top vier van grote steden opsommen: Amsterdam als grootste stad, gevolgd door Leiden, Haarlem en .... Enkhuizen!
De vraag is hoe Enkhuizen als kleine haringstad aan de Zuiderzee kon uitgroeien tot de op vier na grootste stad in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Alles had te maken met de internationale en nationale ontwikkelingen in deze tijd, toen Nederland als nieuwe zelfstandige natie een stevige economische wind mee kreeg. Amsterdam groeide uit tot een belangrijk handelscentrum die werd bezocht door kooplieden uit alle windstreken van de wereld. Al aan het eind van de 16de eeuw breidde Amsterdam zich uit en de groei kwam daarmee nog lang niet tot een eind. Vanuit de pas opgerichte Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en West-Indische Compagnie (WIC) werd in dezelfde periode gezocht naar een extra haven om de vele handelsschepen een tweede 'aanlegplaats' te bieden. De keuze viel uiteindelijk op Enkhuizen. Het was wel nodig om de havencapaciteit flink uit te breiden.
De stadsuitbreiding die aan het eind van de zestiende eeuw in Enkhuizen was begonnen, werd voorzien van 4 extra havens: de St. Pietershaven, de Nieuwe Haven, de Lorlin Draeijers haven (allen aan de zuidzijde) en de Krabbershaven (aan de noordzijde). Met de bestaande Vissershaven, Oosterhaven, Oude Haven en Oude Buyshaven kon Enkhuizen voldoen om de zwaar beladen schepen van de VOC en WIC te ontvangen. Langs de kades van de verschillende haveneilanden werden naast magazijnen en woonhuizen van kooplieden ook een 'kamer' (een soort regiokantoor) van de VOC en de WIC gebouwd.
Dit is de stad Enkhuizen die nu te zien is op de digitaal met de hand ingekleurde stadskaart van Johannes Blaeu uit 1649 (zie bijlage). De inwoners van Enkhuizen kennen deze stadskaart vermoedelijk want je komt hem regelmatig tegen op het Internet (met zoektermen Enkhuizen, historie). Deze nieuw ingekleurde versie overtreft de oudere versies als het gaat om leesbaarheid van de kaart. De kleuren zijn zeer nauwgezet aangebracht en door het gebruik van heldere kleuren komt Enkhuizen 1649 opnieuw tot leven.
De stad had in 1649 zo'n 22.00 inwoners. Op de kaart kun je zien dat er in de uitbreiding veel open plekken zijn waar nog huizen gebouwd kunnen worden. Deze kavels zijn ingericht als tuin in een Frans geometrische stijl of worden door warmoezeniers als landbouwgrond gebruikt. Het is een duidelijk verschil met de Middeleeuwse stad waar de bebouwing dicht op elkaar is gebouwd.
Na 1672, het Rampjaar, trad het verval in. Amsterdam sloot de 'kamers van VOC en WIC, de havens werden op drie na gedempt en het aantal inwoners liep terug. In 1850 telde de stad nog maar zo'n 5000 inwoners en waren er 1600 huizen/gebouwen gesloopt.
De digitaal ingekleurde stadskaart van Enkhuizen 1649 is voor geïnteresseerden beschikbaar. Ze worden niet in oplage geprint maar volgens 'print on demand' op een formaat van 50x70 cm of 35x50 cm.