HOORN - In oktober 1573 zijn veel schepen verloren gegaan op het Hoornse Hop tijdens de Slag om de Zuiderzee. Nu 447 jaar later leggen archeologen de geschiedenis bloot. Dit doen ze door met een speciale boot 80 vierkante kilometer van de bodem te scannen. De verwachting is dat ze hierbij verschillende scheepswrakken tegenkomen. Dit onderzoek is mogelijk gemaakt door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

‘De Slag om de Zuiderzee is een van de grootste zeeslagen uit de Nederlandse maritieme geschiedenis. En die vond in onze voortuin plaats. Voor veel mensen is dit onderdeel van onze geschiedenis niet bekend. Door archeologisch onderzoek uit te voeren, willen we onze kennis hierover vergroten om zo de geschiedenis te kunnen vertellen’, aldus gemeentelijk archeoloog Michiel Bartels.

Minimaal tien scheepswrakken
De komende weken maakt het bedrijf Periplus Archeomare in samenwerking met surveybedrijf DEEP uit Amsterdam een scan van de Waterbodem in het Hoornse Hop. Een speciale catamaran brengt een gebied van bijna 80 vierkante kilometer in beeld. De catamaran legt hiervoor 900 kilometer af. De verwachting is dat hierbij minimaal tien scheepswrakken uit verschillende perioden worden gevonden. Daarnaast zullen ze ook andere zaken aantreffen zoals verdronken dijkresten. Nadat het gebied in beeld is gebracht, wordt hier een kaart van gemaakt met interessante objecten. Vervolgens zakt een archeologisch duikteam af om deze objecten verder te bestuderen.

Opstand
De Opstand (1568 –1648), beter bekend als de Tachtigjarige Oorlog, begon als protest van een groepje protestantse edelen tegen de wijze waarop het katholieke Koninkrijk Spanje haar landsdelen bestuurde. Ook de steeds grotere inperking van de geloofsvrijheid maakte de onderlinge verhoudingen er niet beter op. Protestantse opstandelingen bezetten landsdelen en steden werden aangevallen. Koning Filips II van Spanje kon dit niet op zich laten zitten en heroverde zoveel mogelijk bezette gebieden en opstandige steden. In 1573 moest hij echter het beleg van Alkmaar afblazen en de Watergeuzen blokkeerden op de Zuiderzee de Spaanse militaire aanvoerroutes naar Groningen en Friesland.

Om de Watergeuzen te helpen en te voorkomen dat de eigen steden werden aangevallen, formeerden Hoorn, Enkhuizen, Edam en Monnickendam een vloot om de te verwachte aanval vanuit het katholieke Amsterdam af te slaan. Geheel tegen de verhouding in, werd de Spaanse vloot verslagen. De slag vond op ‘de stoep’ van Hoorn plaats, in het Hoornse Hop.

De uitslag van de Slag op de Zuiderzee betekende een ommekeer gedurende de Opstand en zorgde voor een ongekende welvaart in Westfriesland.