HOORN - De rechtbank Noord-Holland geeft de opdrachtgever van een brandstichting in een woning in Hoorn 4 jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De verdachte gaf een 14-jarige medeverdachte via Snapchat opdracht tot het stichten van de brand in februari 2022 en hielp hem met de voorbereidingen. Zijn zeer nauwe betrokkenheid maakt hem volgens de rechtbank strafbaar als medepleger.


Brandstichting

De verdachte stelt zijn medeverdachte 1.000 euro beloning in het vooruitzicht en legt hem uit waar hij de brand moet stichten en hoe hij dit moet doen. Zo moet hij een steen door de ruit gooien om naar binnen te gaan en de brand te stichten. De verdachte heeft een jerrycan met motorbenzine, een aansteker en papier geregeld en een taxi naar de woning. Ook geeft hij zijn medeverdachte een telefoon met internet mee, zodat zij contact kunnen houden en de brandstichter foto’s kan sturen van de brand.

Volgens zijn advocaat was er geen sprake van levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel, omdat er niemand in het huis woonde op dat moment. Het openbaar ministerie gaat ervan uit dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is en eist 18 maanden gevangenisstraf en tbs.


Oordeel van de rechtbank

De rechtbank stelt vast dat de verdachte zeer intensief betrokken was bij de brandstichting en is van oordeel dat daardoor sprake is van medeplegen. De rechtbank vindt de verdachte volledig toerekeningsvatbaar. Het was een forse brand die veel schade heeft aangericht in de woning. De brandstichting vond midden in de nacht plaats in een tussenwoning. Hoewel de woning zelf op dat moment onbewoond was, waren de buren op dat tijdstip zeer waarschijnlijk thuis en aan het slapen.

Bij de brandstichting is gebruik gemaakt van motorbenzine, waardoor een dampexplosie kon ontstaan. Er lagen weggeblazen glasscherven aan de voorkant van het huis. De brand had kunnen overslaan naar de buurwoningen. De brandstichting leverde hierdoor niet alleen gevaar op voor goederen, maar ook levensgevaar en kans op zwaar lichamelijk letsel voor de buren.

De deskundigen vinden tbs met voorwaarden of een (deels) voorwaardelijk gevangenisstraf met reclasseringstoezicht niet zinvol, omdat de verwachting is dat de verdachte niet zal meewerken aan de voorwaarden. Daarom rest de rechtbank niets anders dan het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zonder tbs. Ook moet hij een schadevergoeding betalen van 2.000 euro aan de gebruiker van de woning waar de brand was gesticht.