Mishandeling
Vorig jaar juni liep het slachtoffer, een man op leeftijd, na het winkelen met zijn vrouw terug naar hun auto. Vanuit het niets sloeg de verdachte de man met kracht tegen het gezicht. Hierdoor viel de man bewusteloos op de grond. Vervolgens schopte hij de man in het gezicht.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte met zijn handelen een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Op klaarlichte dag en in het openbaar heeft hij het slachtoffer zonder kennelijke aanleiding geslagen en geschopt. Dat het slachtoffer geen zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen is niet aan de verdachte te danken geweest. De vrouw van het slachtoffer zag dit gebeuren en stond doodsangsten uit. In zijn slachtofferverklaring heeft de man aangegeven dat zijn vrouw nog steeds geestelijke en lichamelijke klachten heeft. Dat de verdachte vanuit het niets zo gewelddadig reageert is zorgwekkend. De rechtbank rekent de verdachte de mishandeling dan ook zwaar aan.
De rechtbank is van oordeel dat de ernst van de mishandeling zonder meer een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur rechtvaardigt. Voor de hoogte van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte door een ADHD-stoornis verminderd toerekeningsvatbaar is. Daarnaast ziet de rechtbank ook dat de verdachte gemotiveerd is om zijn leven een positieve wending te geven en spijt heeft van wat er is gebeurd. Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf passend is. In de proeftijd moet de verdachte zich laten behandelen voor zijn stoornis, begeleid wonen en een zinvolle dagbesteding hebben.
De verdachte moet aan het slachtoffer een vergoeding van 1.100 euro betalen voor immateriële schade.